Omheining, vast of mobiel, die de binnenkant van de baan vastlegt. Bij uitbreiding spreekt men van een hippodroom “met koord links” wanneer de bochten links genomen worden aangezien de baan van een hippodroom maar in een richting gelopen kan worden bij de rennen.

Persoon die het paard dagelijks verzorgt: hij rijdt het bij training en zorgt dagelijks voor het paard en voor het onderhoud van de stallen.

Lange teugels om een ingespannen paard te sturen.

Wordt gezegd van een mededinger die niet recht rijdt. Een paard dat geen lijn houdt, wordt vaak gedegradeerd.

Methode met een elastische lijn die soms gebruikt wordt voor de start van de drafrennen.

Wordt gezegd van een paard dat trekt in de koers, d.w.z. dat het sneller wil gaan dan zijn ruiter wil.

Geeft de laatste prestaties van een mededinger op het programma van de rennen weer. Men spreekt van “belle musique” wanneer deze prestaties bijzonder lovend zijn, wat getuigt van de uitstekende conditie van een paard.

Paard dat ingeschreven is voor een koers maar er om een of andere reden niet aan deelneemt.

Verwachte opbrengst van een paard. De notering is enkel een weerspiegeling van de bedragen die op de kans ingezet zijn. Hoe lager de notering, hoe groter de kans om te winnen.

Een rood oplichtend vierkant verschijnt op het aankomstbord en geeft aan dat het klassement definitief is.

In het algemeen bestaan er twee soorten ondergrond voor de draf- en galoprennen: de baan met zand (puzzolaan en sintel voor draf en vezelzand voor galop) of met gras.